Gerardus Pieterse, geboren op 27-6-1870 te Nieuwkoop was een zoon van smid Marinus Pieterse uit Noorden.
Net als zijn vader en broers leerde Gerardus ook het Smederij vak. Na zijn huwelijk in 1898 met Elisabeth Verbij verhuisde hij naar Leimuiden waar hij zijn eigen Smederij begon aan de dorpsstraat.

Om economische redenen werd in 1919 de smederij aan de Dorpsstraat verkocht aan Jac. van Haaster.
Zie de advertentie uit het Leidsch Dagblad van 25 november 1919.

De bijna 50-jarige Gerardus ging samenwerken met een zekere Stipdonk uit Roelofarendsveen. De familie Pieterse verhuisde naar de Spoorstraat in Roelofarendsveen. De samenwerking met Stipdonk bleek geen succes, want duurde nog geen jaar. Hierna ging Gerardus in loondienst bij Chr. Deckers in Zoeterwoude-Dorp. Deckers was op zoek naar een smid, omdat hij vlak daarvoor -in 1920- de smederij van zijn buurman Willem Beukelaar had gekocht.
In de jaren dertig heeft de oudste zoon Gerard steeds meer het werk overgenomen, omdat voor Gerardus het werk van smid te zwaar werd. In het dorp is als herinnering aan de smederij nog het "Smederijpad" te vinden.

In met blad Tijdinghen van maart 2005 van de stichting Oud Leimuiden-Rijnsaterswoude stond een interview die de redeactie heeft gehad met Arie van Haasteren de zoon van Jacobus Johannes van Haasteren die de smederij in Leimuiden overnam.

Op deze onderstaande foto's/kaarten is uiterst rechts een stukje van de Smederij te zien (het huis waar de fietsen voor staan).